• Home
  • |
  • Blog
  • |
  • Toshirō Mifune: de laatste samoerai (deel 2)

In mijn vorige blog schreef ik over de ‘jidaigeki’, de historische periodefilm. Daarnaast besprak ik de veranderde maatschappelijke situatie na de Tweede Wereldoorlog. Japan veranderde van een militaire dictatuur naar een constitutionele monarchie. De Japanse filmindustrie veranderde mee gedurende deze tijd. Hoewel het genre van jidaigeki eerst onderhevig was aan het censuurbeleid van de Amerikaanse bezetting (1945-1952), kwam er geleidelijk meer bewegingsruimte om het genre nieuw leven in te blazen. Na 1950, en vooral na het einde van de bezetting kwam de productie van de jidaigeki op volle gang. Dit was het 'gouden tijdperk' van de Japanse cinema, en voor Toshirō Mifune was dit moment beslissend voor zijn gehele filmcarrière.

Mifune begon zijn acteercarrière in de gendaigeki of “hedendaagse” film. Hij had een kleine rol als een lage samoerai in Life of Oharu (1952) van Kenji Mizoguchi (1898-1956), maar dit trok nog weinig aandacht. Hij werd pas "die ene samoerai" toen hij internationaal doorbrak in de klassieker Seven Samurai (1954). Zijn meest gedenkwaardige rol was echter die van Miyamoto Musashi (1584-1645) in de zogenaamde Samurai Trilogy (1954-1956) van Hiroshi Inagaki (1905-1980). In Throne of Blood (1957) laat Mifune zich van zijn meest dramatische kant zien.

Sanjūrō, de Japanse “cowboy”

Eerder schreef ik over Kurosawa’s komische jidaigeki. Dit was een parodie op het oorspronkelijke genre. Voor de film Yojinbo (1961) werd Mifune gecast als Sanjūrō, een uiterst eigenzinnige Rōnin die in eerste instantie niets moet hebben van andere mensen. Uiteindelijk zal hij toch bijdraaien om hen te redden.

Rōnin

Rōnin, de samoerai zonder meester (letterlijk “zwevend persoon”), waren in de ogen van de samoerai “eerloze” samoerai. Zij waren lager in aanzien dan zelfs de laagste samoerai. In plaats van seppuku of rituele zelfmoord te plegen, kozen zij ervoor om “vuil” werk te doen om zichzelf te kunnen onderhouden. In de meeste gevallen kleefde er bloed aan hun handen. Vanwege hun superieure vaardigheden in de zwaardvechtkunst werden zij als yōjinbō (lijfwacht) ingehuurd door machtige yakuza, die regelmatig hun tegenstanders en vijanden lieten omleggen.

De anti-rōnin

In Yojinbo is Sanjūrō de anti-rōnin: hij vecht tégen de yakuza. Het vervolg Sanjuro (1962) is veel luchtiger, waarin de humor meer naar voren komt. In deze film moet Sanjūrō een groepje onervaren samoerai en twee vrouwen uit hun clan beschermen tegen corrupte samoerai. Dit gaat moeizaam, als de vrouwen hem steeds belachelijk maken, en de onervaren samoerai hunzelf steeds in gevaar brengen.

Mifune als rolmodel voor Clint Eastwood

Yojinbo was voor Sergio Leone (1929-1989) het model voor zijn eerste film uit de zogenaamde Dollars-films, A Fistful of Dollars (1964), met daarin Clint Eastwood in de hoofdrol. Het is een bijna exacte kopie van Yojinbo, en het verhaal speelt zich af in het Amerikaanse wilde westen. Eastwoods personage vertoont veel gelijkenissen met Sanjūrō: hij is eenling, hij is zeer bedreven met zijn wapen en bemoeit zich aanvankelijk met zijn eigen zaken. Leone pleegde plagiaat met de film, maar na een rechtszaak werd erkend dat de Toho Studios de auteursrechten bezaten. Ondanks dit alles werd A Fistful of Dollars een cultfilm, en Clint Eastwood een cultfiguur. Hij werd de typerende Hollywood-(actie)held. Maar aan wie is deze cultstatus toch te danken?

In mijn volgende blog: de breuk met Kurosawa (1965) en uitwisselingen met westerse filmmakers.

{"email":"Email address invalid","url":"Website address invalid","required":"Required field missing"}

Recente Blogs

Tanabata Festival: Duik in het Japanse Sterrenfestival

Tanabata Festival: Duik in het Japanse Sterrenfestival

Groeten in het Japans: 10 manieren om indruk te maken

Groeten in het Japans: 10 manieren om indruk te maken
>