Om mooiere en completere gesprekken in het Japans te voeren is het belangrijk om te leren dat je nooit, amper, soms, vaak of altijd sushi eet. Hier gebruiken we de zogenaamde frequentiewoorden voor. In deze blog leer je in een aantal stappen een simpel systeem waardoor je de frequentiewoorden aan jouw Japanse schatkist kunt toevoegen. Wil je liever bij het begin beginnen? Lees dan onze Japans startersgids.
Altijd – Itsumo
Laten we met het meest positieve beginnen, namelijk: itsumo いつも. Itsumo betekent ‘altijd’ en dit gebruik je wanneer je echt 100% overtuigt bent over hetgeen dat je wilt zeggen. Deze zinnen zijn in Romaji, Hiragana, Katakana en Kanji geschreven. Klik hier als je hier meer over wilt leren. Bijvoorbeeld:
Japans | 私はいつも水を飲んでいます。 |
Kana | わたしはいつもみずをのんでいます。 |
Romaji | Watashi wa itsumo mizu o nonde imasu. |
Nederlands | Ik ben altijd water aan het drinken. |
Zoals je ziet is het heel easy om een frequentiewoord toe te voegen aan een Japanse zin. Je plakt simpelweg het frequentiewoord tussen het onderwerp en zelfstandig naamwoord.
Watashi wa <frequentiewoord> sushi o tabemasu.Watashi wa itsumo sushi o tabemasu.Anata wa itsumo monku o iimasu.Kanojo wa itsumo bentou o tabemasu.
Vaak – Yoku
Zodra je een tijdje aan de gang bent met Japans leren, kom je erachter dat Japanners niet heel direct met hun woorden zijn. Ze vermijden liever extreme woorden als ‘altijd’ of ‘nooit’. In plaats daarvan gebruiken ze liever woorden als amper of vaak. Yoku is daarom een woord dat vaak wordt gebruikt. Je gebruikt het net zo als itsumo:
- Watashi wa yoku nihon ni ikimasu. Ik ga vaak naar Japan.
- Watashi wa yoku biiru o nomimasu. Ik drink vaak bier.
Als je het een stapje verder wilt nemen kan je een ‘no’ partikel toevoegen.
- Kare wa yoku amsterdam no jimu ni ikimasu. Hij gaat vaak naar een gym van Amsterdam.
Soms – Tokidoki
Tokidoki is net in het midden en betekent soms. Ik ga soms naar school, soms naar werk etc. De zinsconstructie is hetzelfde als bij itsumo en yoku.
- Watashi wa tokidoki kotatsu terebi o mimasu. Ik kijk soms naar Kotatsu TV.
- Watashi wa tokidoki pari ni ikimasu. Ik ga soms naar Parijs.
- Tomodachi wa tokidoki mendokusai desu. Mijn vriend(en) zijn soms vervelend.
Amper – Amari
Itsumo, yoku en tokidoki zien we als positief, maar amari en zenzen als negatief. Hierdoor verandert de grammatica. Bij amari en zenzen verander het werkwoord van positief naar negatief. Ik zal yoku en amari met elkaar vergelijken:
- Watashi wa yoku biiru o nomimasu.
- Watashi wa amari biiru o nomimasen.
Zoals je ziet verander nomimasu (positief) naar nomimasen (negatief). Enkele voorbeelden:
- Watashi wa amari gakkou ni ikimasen. Ik ga amper naar school.
- Kare wa amari sushi o tabemasen. Hij eet amper sushi.
- Kanojo wa amari mizu o nomimasen. Zij drinkt amper water.
Zenzen – Nooit
Nooit is weer een extreem voorbeeld net als itsumo. Deze twee woorden gebruiken Japanners liever niet, maar je hoort ze toch wel. Vooral bij jongeren hoor je vaak zenzen.
- Watashi wa zenzen gakkou ni ikimasen. Ik ga nooit naar school.
- Watashi wa zenzen miruku no nomimasen. Ik drink nooit melk.
- Watashi wa zenzen eiga o mimasen. Ik kijk nooit naar films.
Samenvatting
- Je hebt 5 frequentiewoorden geleerd.
- Itsumo= altijd, yoku= vaak, tokidoki= soms, amari= amper en zenzen= nooit.
- Het frequentiewoord plaats je tussen het onderwerp en zelfstandig naamwoord:Watashi wa yoku gakkou ni ikimasu.
- Itsumo, yoku en tokidoki zijn positief.
- Amari en zenzen zijn negatief, dus maak je het werkwoord ook negatief.Watashi wa amari gakkou ni ikimasen.
Oefeningen
Type in de comments hoe je de volgende zinnen in het Japans zegt:
- Ik ga nooit naar school.
- Ik drink vaak bier.
- Hij eet amper sushi.
- Zij drinkt soms melk.
- Ik ga altijd naar werk.